Cookie beleid VEV'67

De website van VEV'67 is in technisch beheer van VoetbalAssist en gebruikt cookies. Hieronder de cookies waar we je toestemming voor nodig hebben. Lees ons cookiebeleid voor meer informatie.

Functionele cookies

Voor een goede werking van de website worden deze cookies altijd geplaatst.

Analytische cookies

Google analytics Toestaan Niet toestaan

Marketing cookies

Facebook Toestaan Niet toestaan

De Saliehoen en de Wintercup

De Saliehoen en de Wintercup

4 maart 2024 13:00

Hillebrand

Als de donkere dagen van december naderen en het einde van het jaar in zicht komt, vindt er een tweedeling plaats binnen de vereniging. De jongens, meisjes en vrouwen gaan de zaal in en de mannen maken zich op voor een strijd om de Wintercup. De Wintercup, vijf avonden voetballen onder Siberische omstandigheden, om vervolgens in een kantine vol mannen neer te ploffen en de verhalen van je teamgenoten over hun werk, afgewisseld met een al tien keer verteld sterk verhaal, aan te horen. De Wintercup, het toernooi waar vergane glorie de degens kruist met een gebrek aan talent. De één kan nog wel een bal raken, maar komt niet meer vooruit en de ander loopt als een kip zonder kop over het veld. Spektakel gegarandeerd!

En eerlijk is eerlijk, ook bij het sterrenensemble van Gerwin Kramer worden de eerste barstjes zichtbaar. De crossbal van Joost Blom gaat nog wel op de stropdas, maar meestal is dit de stropdas van iemand in het publiek en dan ook nog eens publiek wat op een naastgelegen veld voetbal staat te kijken. De schaar van Paul Mittendorf, die menig tegenstander pijn heeft gedaan, doet nu vooral pijn aan de ogen. En ons balbezit duurt vaak niet langer dan de gemiddelde relatie van Gordon. Vroeger speelden we het één keer raken op basis van kwaliteit met als doel een tegenstander kapot te spelen. Nu spelen we nog steeds het één keer raken, maar is het een noodlottig gevolg van geen bal meer aan kunnen nemen en elkaar op kniehoogte inspelen.

Wat is het dan lekker als je de eerste wedstrijd van de Wintercup mag aantreden tegen een team bij wie deze algehele malaise al enkele jaren eerder zijn intrede heeft gedaan: VEV’67 35+4. Het is natuurlijk geweldig nieuws dat er inmiddels meer dan duizend leden binnen de vereniging actief zijn, maar zou het ook niet fijn zijn als sommige spelers tegen zichzelf in bescherming worden genomen? Dat de club voor kwaliteit zou gaan in plaats van kwantiteit? Ach, hoor ik u denken, als die mannen plezier hebben…Eens, maar alles heeft een grens natuurlijk. En voor wie denkt dat dit de kelder van het VEV-huis is, komt bedrogen uit want met de 45+ en het Walking Football kun je nog twee etages naar beneden. Van een gelijk opgaande strijd was dan ook geen sprake; een 7-0 oorwassing was het gevolg.

De tweede avond een hele andere tegenstander. De TalentLozenClub uit Leek had een jeugdige afvaardiging de wei in gestuurd en deze knapen hadden bij het aanschouwen van de tegenstander een hoopvolle blik in de ogen staan. Het leeftijdsverschil was zeker twintig jaar. Maar zoals Joost Blom later die avond zou zeggen: ”De bal moet nog altijd tussen de palen”,  en daarmee sloeg hij natuurlijk de spijker op zijn kop. Het werd een galavoorstelling van jewelste. Verwacht deze jongens de komende tijd niet bij een willekeurige bouwmarkt of meubelboulevard want ze hebben wel even genoeg kastjes en muurtjes gezien.

De derde avond zal de geschiedenisboeken als bijzonder memorabel. Er werd deze avond namelijk geen enkele foute pass gegeven. Geen enkele verontwaardigde blik richting een teamgenoot van een onbegrepen speler. Geen enkele blessure viel er te noteren. Geen enkele diepe bal die de beoogde ontvanger toch liever gewoon in de voeten had gehad. Geen enkele hete kroket voor een keeper. Geen enkele bal in de sloot. Geen scheidsrechter die het enige discutabele moment volledig over het hoofd zag. Geen enkele simpele bal die van de voet sprong. Geen schot op doel dat een ingooi werd. Oftewel, u raadt het al, er werd die dag niet gevoetbald. Koning Winter had de Wintercup gegijzeld en een week later zou ieder team twee wedstrijden moeten spelen.

De halve finale en/of finale betekent een treffen met een team uit Poule A. Poule A is de poule waar de rest van de deelnemers altijd een beetje medelijden mee heeft. Jongens die net niet in een prestatieteam zitten of sinds kort begonnen zijn met 35+ voetbal. Van die gasten die nog even een extra sprintje doen als ze zien dat de hoofdtrainer van het eerste langs de lijn staat. Want wie weet als er eens veel blessures bij het eerste elftal zijn. Tuurlijk joh. De realiteit zien ze vaak niet door die enorme plaat die ze voor hun hoofd hebben. De realiteit is namelijk dat zij er ook aan moeten geloven. De algehele aftakeling. Maar ze zijn gevoelig en het bestuur weet dit. Het bestuur dat kwantiteit zoals gezegd hoog in het vaandel heeft staan, wil deze jongens koste wat het kost voor de club behouden. En daarom voelde je aan alles dat 35+1 de Wintercup moest winnen. Sommige telgen van Kramer kregen in die voorafgaande week een aanbod wat ze niet konden weigeren en een ander werd zelfs wakker naast een paardenkop. De Godfather van Oostindie liet zich duidelijk gelden en de hint was duidelijk. Onder de sterkhouders van 35+3 regende het die week afmeldingen. En niet eens met tegenzin. Zoals de jongens van 35+1 ons als hun figuurlijke vaders zien, zo zien wij hen als zonen. En net als dat je met je zoon in de tuin aan het voetballen bent, laat je hem weleens winnen. Niet omdat je dat leuk vindt, maar omdat je de kans dat hij op een dag het voetbal vaarwel zegt en op korfbal wil, wilt minimaliseren. Kijk, Anton Tjoelker die op het voetbalveld een bal onder controle probeert te krijgen is nou niet bepaald een lust voor het oog. Maar Anton Tjoelker die in een rokje een zesje maakt en voor de wedstrijd al drie keer heeft gevraagd wanneer het gemengd douchen gaat beginnen, is voor niemand leuk. En dus laat je ze. Helaas voor de club geen overwinning van 35+1 deze Wintercup want in de finale bleken ze een maatje te klein. Ook dat is weer een wijze les. Kinderen stellen je soms ook teleur.

Na het voetbalgebeuren kon het feestgedruis in de kantine zijn aanvang vinden. Voorzitter Boersma had in zijn nieuwjaarsnieuwsbrief opgeroepen tot een goed voornemen en noemde als voorbeeld Dry January. Een maand lang geen alcohol is inderdaad een hele mooie uitdaging. Voor de meesten is dit te zwaar en die gaan voor de Groningse variant waarbij je ook een periode geen alcohol mag nuttigen: Drei Jannewoarie. Ook een uitdaging, al was hij dit jaar redelijk te doen omdat het op een doordeweekse dag viel.  Voor de echte diehards dus een maand lang. Hierbij was wel mooi om te zien  dat de club, om deze dappere leden te steunen en te stimuleren, haar commerciële belangen opzij gezet had en het aanbod in de kantine drastisch had aangepast. De meters gemberthee met honing gingen als warme broodjes over de toonbank en ook de schalen met stukjes wortel en bleekselderij, schijfjes komkommer en hand geplukte veldsla vonden gretig aftrek onder het tofu-knagende publiek. Op de stamtafel had Giovanna planten neergezet waarmee geknuffeld kon worden en op het beeldscherm was een live verbinding met Tokio waar Harold Donkerbroek voorging in een spirituele, Oosterse Yoga sessie. Hij nam je mee naar de diepste lagen van jezelf. Heel inspirerend en een hele warme sfeer ook.

Maar. Niet. Heus. Er waren weer tradiotioneel teveel mannen die teveel bier dronken, teveel onzin uitkraamden en te laat naar huis gingen. Bert Solo had de ondankbare taak om dit geheel muzikaal te omlijsten. Bij het aanschouwen van de uitgezakte menigte voor hem, realiseerde hij zich al snel dat hij nog eerder Geert Wilders in een boerka op bedevaartstocht naar Mekka zou kunnen bewegen, dan dat hij deze uitgebluste groep veteranen in beweging zou krijgen. En logisch ook. Mannen gaan niet samen dansen. Stel je eens voor, Job van Driel komt Redmar van der Burg tegen in de kantine. Wat is dan een logischer scenario:

Job: “Hey Redmar, wat een heerlijk nummer is dit toch, vind je niet?”

Redmar: “Wat je zegt Job, het is één van mijn favorieten”.

Job: “Zullen we samen op dit nummer gaan dansen?”

Redmar: “Wat een goed plan Job, kom we vragen onze teamgenoten ook”.

 

En de rest van de avond dansen ze samen met hun teamgenoten op de ene hit na de andere.

 

Of:

 

Job: “Hey Redmar”.

Redmar: “Moi Job”.

Job: “Bier?”

Redmar: “Lekker”.

 

En de rest van de avond kletsen ze over hun werk, de wedstrijd van die avond, halen ze oude anekdotes op en bestellen ze zes keer hun laatste biertje om vervolgens later dan gepland naar huis te gaan.

Tuurlijk! Het tweede. Dat is de natuur. Mannen dansen alleen als er vrouwen in de buurt zijn. En dat is niet alleen bij de homo sapiens zo. De saliehoen, de paradijsvogel, de fuut, allemaal vogels die dansen om het vrouwtje te verleiden. Maar je denkt toch niet dat een mannetjessaliehoen, bij afwezigheid van een vrouwtjessaliehoen, tegen een ander mannetje zegt: “Hey wat fluit die merel daar boven in de boom een leuk wijsje, zullen we daar eens lekker op gaan dansen?” Nee natuurlijk niet. Geen prooi, geen jacht, geen dans.

Eind mei is er weer de Zomercup. Dan doen er ook weer damesteams mee en dan komen de Leekster Saliehoenden weer in actie op de dansvloer. En waar dat bij de saliehoen gepaard gaat met sierlijke en elegante bewegingen, is het bij de mannen vaak nog lomper en houteriger dan wat ze een paar uur eerder op het veld lieten zien. Spektakel dus weer gegarandeerd. Tot eind mei.

Delen

Lees meer over:
12e Oostindie Wintercup Oostindie Wintercup

voeg je eigen gadgets toe aan deze pagina!